In bepaalde omstandigheden van overmacht is het mogelijk de terugbetaling aan te vragen van de retributie(bijslag) voor een examen, dat niet tijdig werd geannuleerd.
De retributiebijslag voor een praktijkexamen van de categorie AM, A1, A2, A, B, BE en G kan worden terugbetaald in de volgende gevallen:
1. bij ziekte van de kandidaat als het praktijkexamen valt in de periode vanaf de begin- t.e.m. de einddatum van de ziekteperiode;
2. bij overlijden van één van de volgende personen als het praktijkexamen valt in de periode vanaf de datum van het overlijden t.e.m. de datum van de begrafenis:
a. de echtgenoot of de samenwonende partner van de kandidaat;
b. de kinderen of de pleegkinderen van de kandidaat, van de echtgenoot van de kandidaat of van de samenwonende partner van de kandidaat ;
c. de ouders, de stiefouders, de pleegouders of de schoonkinderen van de kandidaat, van de echtgenoot van de kandidaat of van de samenwonende partner van de kandidaat;
3. bij onbeschikbaarheid op de dag van het praktijkexamen van het voertuig waarmee de kandidaat het praktijkexamen ging afleggen (bvb. na een ongeval).
Om een terugbetaling (of een vrijstelling van de betaling) van de retributiebijslag te verkrijgen, dien je een van de volgende documenten aan het examencentrum voor te leggen:
1. een geneeskundig getuigschrift dat door een huisarts of een arts van een ziekenhuis is opgemaakt;
2. een overlijdensbericht van de persoon waaruit de verwantschap blijkt;
3. een kopie van het proces-verbaal of van de melding bij de politie.
De retributie voor een theorie- of praktijkexamen van de categorie C(1)(E) en D(1)(E) kan worden terugbetaald in de volgende gevallen:
1. bij ziekte van de kandidaat als het examen valt in de periode vanaf de begin-t.e.m. de einddatum van de ziekteperiode;
2. bij overlijden van één van de volgende personen als het examen valt in de periode vanaf de datum van het overlijden t.e.m. de datum van de begrafenis:
a. de echtgenoot of de samenwonende partner van de kandidaat;
b. de kinderen of de pleegkinderen van de kandidaat, van de echtgenoot van de kandidaat of van de samenwonende partner van de kandidaat;
c. de ouders, de stiefouders, de pleegouders of de schoonkinderen van de kandidaat, van de echtgenoot van de kandidaat of van de samenwonende partner van de kandidaat;
d. de broers, de zussen, de grootouders of de kleinkinderen van de kandidaat, van de echtgenoot van de kandidaat of van de samenwonende partner van de kandidaat
3. bij onbeschikbaarheid op de dag van het praktijkexamen van het voertuig waarmee de kandidaat het praktijkexamen ging afleggen (bvb. na een ongeval).
Om een terugbetaling (of een vrijstelling van de betaling) van de retributie te verkrijgen, dien je een van de volgende documenten aan het examencentrum voor te leggen:
1. een geneeskundig getuigschrift dat door een huisarts of een arts van een ziekenhuis is opgemaakt;
2. een overlijdensbericht van de persoon waaruit de verwantschap blijkt;
3. een kopie van het proces-verbaal of van de melding bij de politie.
Indien men het examen categorie C(1)(E) en D(1)(E) niet heeft kunnen afleggen omwille van een andere reden als hierboven vermeld, dan kan men binnen het jaar vanaf de dag van het examen, de terugbetaling aanvragen bij het departement MOW d.m.v. van het formulier “Aanvraag tot terugbetaling van de retributie voor het praktisch examen van groep C of D” , met vermelding van de reden van overmacht en de bewijsstukken hiervan. Dit aanvraagformulier kan bekomen worden bij het examencentrum waar de afspraak werd vastgelegd.