Oldtimerkeuring
Om een voertuig in te schrijven als oldtimer, moet het eerst een oldtimerkeuring doorlopen. Dat kan vanaf dat het voertuig 25 jaar oud is, te rekenen vanaf de datum van eerste inschrijving.
Hoe vaak moet een oldtimer naar de periodieke keuring?
- vanaf 25 tot en met 29 jaar: periodieke oldtimerkeuring jaarlijks
- vanaf 30 tot en met 50 jaar: periodieke oldtimerkeuring elke twee jaar
- ouder dan 50 jaar: periodieke oldtimerkeuring elke vijf jaar
De termijn waarbinnen uw oldtimer naar de periodieke keuring moet, kan worden ingekort naar aanleiding van specifieke keuringen (bijvoorbeeld geldigheid van het lpg-reservoir, de dichtheidsbeproevingstest bij een lpg- of cng-installatie, de koppelingsinrichting voor personenauto’s, ...).
Keuringseisen
De keuringseisen voor de oldtimerkeuring staan beschreven in de instructie voor de keuringscentra.
Uw voertuig in een ander gewest laten keuren?
Het is wettelijk toegestaan om uw voertuig in een ander gewest te laten keuren. In dat geval moet u wel rekening houden met de volgende voorwaarden:
- Het voertuig wordt steeds gekeurd volgens de wetgeving die van toepassing is op het gewest waar u uw voertuig hebt ingeschreven.
- U hebt geen recht op een vrijstelling van de keuringsplicht die in het andere gewest geldt.
- Het keuringsbewijs dat u in een ander gewest gekregen hebt, wordt enkel aanvaard als de normale geldigheidsduur van het keuringsbewijs niet werd overschreden. Bijvoorbeeld: een Vlaamse oldtimer die ouder is dan 50 jaar en geldig gekeurd is in het Waals Gewest, kan gebruikt worden op de openbare weg, op voorwaarde dat het keuringsbewijs niet ouder is dan 5 jaar.